Bij het bepalen van de volgorde van vaccinatie zijn keuzes gemaakt. Vele groepen binnen de bevolking, omwille van hun risicoprofiel, bijdrage aan de strijd tegen het virus of essentiële functie die ze bekleden, verdienen het om zo snel mogelijk aan de beurt te komen. Maar de N-VA-fractie vraagt toch bijzondere aandacht voor militairen op missie. Kamerlid Peter Buysrogge: “We sturen onze troepen naar landen als Mali, Afghanistan, Niger, Jordanië om daar voor ons de strijd te voeren tegen IS en andere jihadistische groeperingen. Defensie neemt de nodige voorzorgsmaatregelen, maar kan natuurlijk nooit een uitbraak voor 100 procent uitsluiten. In de besloten omgeving van een militaire basis grijpt het virus dan ook vliegensvlug en ongenadig om zich heen.”
2.000 vaccins moeten volstaan
Collega Darya Safai valt hem bij. “De omgeving waar zij worden ingezet is al uiterst gevaarlijk: bermbommen, mortieraanvallen, zelfmoordaanslagen,… Onze troepen krijgen medische ondersteuning bij hun opdracht, maar we mogen niet vergeten dat ze nog steeds duizenden kilometers verwijderd zijn van deskundige verzorging in onze ziekenhuizen. Het betreft ook een kleine groep, 2.000 vaccins zouden moet volstaan om onze militairen in operatie in het buitenland te kunnen beschermen. Defensie zou hen voorrang mogen geven bij de vaccins die ze zelf verstrekt.”
Bondgenoten rekenen op onze militairen
N-VA-Kamerlid Theo Francken merkt ook op dat Defensie niet op zichzelf opereert in het buitenland, we maken steeds deel uit van complexe multinationale coalities die samen waken over de veiligheid. “Een uitbraak kan plots onze deelname aan een operatie lamleggen. We moeten vermijden dat ineens onze F-16’s aan de grond moeten blijven en grondtroepen in Syrië en Irak niet meer kunnen rekenen op onze luchtsteun. IS en Al-Qaeda zullen niet wachten tot onze troepen genezen zijn. Men rekent niet alleen op ons, de coalitiegenoten zijn ook bezorgd om het welzijn van hun eigen troepen. Ze zullen het niet appreciëren als een ongevaccineerd Belgisch detachement de gezamenlijke missie in gevaar brengt”, aldus Theo Francken.