Vorig jaar stuurde de Turkse geheime dienst al eens een brief naar de religieuze instanties verbonden aan Diyanet, het Turkse departement van religieuze zaken, om in 38 landen verdachte Gülenisten op te sporen en te rapporteren. Zowel de Turkse ambassadeur in dit land als de Belgische afdeling van Diyanet ontkenden dit. Maar European Investigative Collaborations, een netwerk voor Europese onderzoekjournalistiek, kon toch de rapporten inkijken. Vanuit België werd, op briefpapier van de Turkse ambassade, een acht pagina’s tellend rapport opgestuurd naar Ankara met daarin de informatie die zij kregen van de 65 Diyanet-moskeeën in dit land. Diyanet is zowat de lange arm van Erdogan in de Turkse diaspora.
Spionage bestrijden
Na de mislukte militaire staatsgreep in juli 2016 kregen alle in het buitenland gedetacheerde (militaire) personeelsleden die verdacht werden van banden of sympathie met de Gülen-beweging, de opdracht om direct terug te keren naar Turkije. Wie daarop inging, werd bij aankomst in Turkije meteen gevangengezet op beschuldiging van hoogverraad. Velen doken onder of vroegen politiek asiel aan in het land waar zij waren tewerkgesteld. Turkije vroeg steun van zijn ‘bondgenoten’ om die mensen terug te sturen naar Turkije. “Terecht ging geen enkel westers land in op die vraag”, aldus Buysrogge.
Nu blijkt dat honderden Turkse militairen tewerkgesteld in ambassades, NAVO-vestigingen en consulaten in Europa en de VS, recent ook de opdracht kregen om informatie te verzamelen over hun voorgangers die het bevel tot directe terugkeer negeerden. De Turkse overheid vraagt om onderduikadressen, asielaanvragen, contactgegevens en persoonlijke verhoudingen actief te (onder)zoeken en de informatie op te sturen naar Ankara.
“Ik roep de federale regering op om die verwerpelijke politiek op diplomatiek niveau alvast ter sprake te brengen en krachtig te veroordelen. De toenemende spionage door de Turkse overheidsdiensten moet ernstig bestreden worden”, besluit Buysrogge.